De heerlijkheid van JHWH

in het Oude Testament en in het bijzonder in het boek Ezechiël

In deze studie over de betekenis van de kabood (heerlijkheid) van JHWH in het Oude Testament en wel met name in het boek Ezechiël wordt op een systematische wijze een analyse naar de semantische reikwijdte van dit begrip gedaan om vervolgens de theologische betekenis van het begrip kabood te onderzoeken. In deze analyse worden ook de synoniemen van kabood betrokken. De appendices die bij deze studie zijn gevoegd geven inzicht in de wijze waarop de in deze studie geboden conclusies zijn gegrobd. Zij kunnen ook door andere wetenschappers voor eigen onderzoek worden gebruikt. Het onderzoek onderstreept het koninklijke karakter van kabood en laat zien dat kabood meestal in sacraal-religieuze contexten wordt gebruikt. Daarbij heeft meer dan de helft van het totale aantal vermeldingen rechtstreeks op JHWH betrekking. Uit het onderzoek komt naar voren dat kabood heel in het bijzonder met de hemel en met licht is verbonden. Het onderzoek naar de syno­niemen van kabood onderstreept deze conclusie.
De relatie tussen de kabood van JHWH en andere thema’s in Ezechiël wordt belicht. Evenwel, het grootste belang van dit onderzoek is de zorgvuldige onderbouwing van het gegeven dat de kabood van JHWH in het Oude Testament en zeer zeker in Ezechiël een zelfstandige entiteit wordt getekend die substantieel moet worden gedacht. In het bijzonder de werkwoorden die worden gebruikt in relatie met de kabood van JHWH, onderstrepen deze conclusie . Het werkwoord ‘zien’ valt dan alleen al door de frequentie ervan het meest op. De kabood van JHWH blijkt metterdaad te worden gezien. Dit onderzoek is een mijlpaal in het onderzoek van de kabood van JHWH in het Oude Testament in het algemeen en in het boek Ezechiël in het bijzonder.